COSS
kids Nederland
Coalition of Silicone Survivors
COSSkids is onderdeel van Coalition of Silicone Survivors - Boulder Collorado USA
November 2018
Reconstructie met eigen weefsel.
BELGIË
Door het tekort aan plastisch chirurgen in Nederland is het voor veel vrouwen mogelijk om te kiezen voor een borstreconstructie in België. De procedures op deze pagina omschreven wordt hier standaard aangeboden. Ook zijn daar de wachtlijsten een stuk korter en de tarieven lager.
Welke mogelijkheden
Na een borstamputatie, bijvoorbeeld door borstkanker, zou het prachtig zijn wanneer de vrouw een reconstructie tegemoet zou kunnen zien met lichaamseigen weefsel. Met het grote voordeel dat het eigen weefsel niet wordt afgestoten door het lichaam. Geen hard worden van de borsten, geen pijn, heerlijk natuurlijk aanvoelend en warm.
Zo'n mogelijkheid is er, maar hij wordt in de Nederlandse ziekenhuizen minder aangeboden. De ingreep vraagt namelijk veel meer tijd, waardoor een stuk duurder en is een stuk ingewikkelder. Bovendien is er minder ervaring over deze ingreep in Nederland. Dat is anders in ons buurland België waar deze mogelijkheid al sinds 1994 als eerste keus geldt en men er zeer tevreden over is. In Nederland wordt praktisch altijd gereconstrueerd met siliconen implantaten. Wanneer een vrouw tegen de zin van de arts zelf kiest voor een borstreconstructie met eigen weefsel kan dat in 28 ziekenhuizen in Nederland. Bij de benadering en aanpak van de reconstructie met lichaamseigen weefsel in Nederland mist men de kans om er meer ervaring mee op te doen, wat op zich een groot nadeel is. Dit is ook de reden dat er in verhouding tot België veel vrouwen in Nederland rondlopen met de ellende van siliconen borsten.
Reconstructie met lichaamseigen weefsel
Borstreconstructie kan ook gebeuren met huid en vet uit een ander gedeelte van het lichaam.
Positieve punten van deze techniek zijn:
Het resulteert meestal in de meest natuurlijk uitziende en aanvoelende borst reconstructies.
Er worden geen lichaamsvreemde voorwerpen in het lichaam gebracht. De tepel kan op het ogenblik van de reconstructie worden gecreëerd (of tijdens een volgende ingreep). Laattijdige complicaties zijn quasi uitgesloten.
Negatieve punten van deze techniek zijn: Tijdens de transpositie (=plaatsverandering) van het weefsel, is het niet denkbeeldig dat er schade ontstaat aan de bloedvoorziening ervan, wat verantwoordelijk kan zijn voor het afsterven van het weefsel na de verplaatsing. Als dat zich voor doet zal de nieuwe borst weer moeten worden verwijderd. Voor de patiënt is een dergelijke ervaring psychisch uitermate pijnlijk. Aan de andere kant kunnen we wel stellen dat deze complicatie zich bijna uitsluitend voordoet in de onmiddellijke periode na de ingreep. De kans op mislukking is quasi nihil nadat de patiënt het ziekenhuis verlaten heeft (d.i. na één week).
Na de reconstructie lijdt de patiënt pijn zowel op de plaats waar het weefsel werd verwijderd als op de plaats van de nieuwe borst. Bij verwijdering van spieren kan bovendien pijn en verzwakking ontstaan op de plaats waar de spieren werden verwijderd.
Er zijn verschillende types van flap:
LD flap.
TRAM flap
DIEP flap
SIEA flap"
S-GAP flap"
TMG flap".
LD Flap
De "LD flap" gebruikt de "musculus Latissimus Dorsi " (een spier die zich in de bovenste helft van de rug bevindt ) om een nieuwe borst te reconstrueren. Deze spier wordt naar voren gedraaid om meestal eveneens een prothese te bedekken en deze prothese te beschermen voor haar mogelijke, bekende, nadelen. Soms volstaat enkel huid en spier om volumesymmetrie te verkrijgen en moet geen prothese worden gebruikt maar meestal heeft de spier onvoldoende volume om een symmetrisch resultaat te verzorgen. Samen met de spier kan eveneens huid en vet worden verplaatst om het tekort aan huid ter hoogte van de borstregio op te vullen.
Er wordt een insnijding gemaakt onder het schouderblad en er is dus ook een litteken op de rug na de ingreep. Dit litteken op de rug kan zeer belangrijk en erg storend zijn, zeker indien er wordt geprobeerd zoveel mogelijk weefsel te transponeren met de latissimus dorsi spier om zodoende een prothese te kunnen vermijden
Deze ingreep duurt 2 tot 3 uur.
TRAM Flap
De "TRAM flap" gebruikt één van de rechte buikspieren. Deze lopen in verticale richting van het borstbeen tot het schaambeen. De spier wordt, samen met vetweefsel en huid (in de vorm van een ellips tussen navel en schaambeen) naar de borst opgetrokken en in een borstvorm gemodelleerd. In dit geval spreken we van een "gesteelde TRAM flap" omdat het weefsel "gesteeld" blijft aan het lichaam en zijn bloedvoorziening (en dus overleving) betrekt via deze rechte buikspier.
Als nadeel noteren we een bloedvoorziening van mindere kwaliteit waardoor soms delen van de flap afsterven (huid- en vetnecrose tot 20%) en het feit dat één rechte buikspier wordt opgeofferd. Hierdoor kunnen zwakte van de buikwand en soms breuken optreden. Bijna altijd is de mogelijke activiteit van de patiënt na de ingreep verminderd.
De operatie duurt 3 tot 5 uur.
Vrije Flap (TRAM en TMG) en vrije Perforator Flap: DIEP, SIEA, s-GAP
Een gedeelte van een spier, vet en huid wordt volledig van een ander lichaamsdeel losgemaakt ("vrij" van het lichaam) en met een aan- en een afvoerend bloedvat getransponeerd (verplaatst) naar de borst.
Het andere lichaamsdeel kan bijvoorbeeld de buik (vrije TRAM) zijn of een bil (vrije GAP).
Omdat de bloedtoevoer en -afvoer hier moet worden doorgesneden en worden hersteld op de plaats waar het weefsel wordt ingeplant, moet deze ingreep gebeuren door een plastisch chirurg die gespecialiseerd is in microchirurgie. Een belangrijk nadeel is nog steeds dat een hoeveelheid (alhoewel kleiner dan in de gesteelde TRAM-flap) spierweefsel wordt opgeofferd indien een TRAM-flap wordt gebruikt voor de reconstructie. Omwille van dit functionele nadeel worden TRAM flappen haast niet meer toegepast.
Een verdere ontwikkeling bestaat uit het transponeren van enkel huid en vet met zijn aan- en afvoerend bloedvat. Dit kan eveneens gebeuren vanuit de buik- (vrije DIEP of vrije SIEA) of bilstreek (vrije s-GAP). Deze laatste ingrepen (met uitzondering van een TMG flap) offeren geen spierweefsel op en kunnen dus de mobiliteit van het lichaam niet beïnvloeden. Hierdoor herstellen de patiënten snel en volledig. De moeilijkheid van de ingreep bestaat uit de vrij secure dissectie van de bloedvaten uit het spierweefsel of uit het omgevende vetweefsel en heeft een mislukkingpercentage van ongeveer 2%. Wanneer we dit vergelijken met de problemen die mogelijk optreden na een prothesereconstructie zien we dat als belangrijkste complicatie van een reconstructie met siliconen prothesen namelijk het kapselcontractuur optreedt in 30-40% van de patiënten en dit onmiddellijk na de reconstructie maar ook nog op latere datum.
De ingreep duurt 6 uur.
Het grote voordeel van een perforatorflap schuilt in de stabiliteit van de reconstructie. Wanneer de patiënt uit het ziekenhuis wordt ontslagen (één week na de ingreep) zullen haast geen complicaties meer optreden en zal de reconstructie een zeer stabiel verder verloop kennen, te vergelijken met de nog gezonde, niet geopereerde borst. Ander voordeel van een eigen weefselreconstructie d.m.v. een perforatorflap is dat deze een "warme" borst levert daar waar een prothese altijd koud aanvoelt omwille van het feit dat de prothese geen doorbloeding kent en dus ook geen lichaamstemperatuur kan aannemen.
Na een eigen weefselreconstructie is het, in tegenstelling tot een prothesereconstructie, zelden nodig een correctie uit te voeren aan de andere, nog gezonde borst omdat men bij een eigen weefselreconstructie de andere borst moet kunnen nabootsen. De hoeveelheid eigen weefsel kan immers worden gemodelleerd zodat deze de vorm van de andere borst aanneemt. Dit uiteraard in die gevallen waar één borst dient te worden gereconstrueerd. Indien twee borsten moeten worden gereconstrueerd is het uiteindelijke resultaat ook steeds natuurlijker vergeleken met een prothese omdat het eigen weefsel veel gemakkelijker in een bepaalde vorm kan worden gebracht. Verder zal de met eigen weefsel gereconstrueerde borst een perfect fysiologisch verloop kennen in de volgende levensjaren d.w.z. indien de patiënt gewicht wint of verliest zal de reconstructie (de karakteristieken van het vet daar waar het weefsel vandaan komt d.w.z. buik, bil of lies blijven bewaard) in volume toenemen of afnemen. Verder zal de eigen-weefsel-gereconstrueerde borst wat verder naar beneden zakken, net als de andere borst, naarmate de leeftijd van de patiënt toeneemt.
Een prothesegereconstrueerde borst daarentegen zal steeds hetzelfde blijven zowel in volume, in positie als in vorm.
NIPPLE BANKING
Bij nipple banking wordt de tepel tijdelijk
verplaatst naar de lies.
Foto: Resultaat één jaar na volledige reconstructie (DIEP flap) van de linker borst (onmiddellijke reconstructie na huidsparende borstampu- tatie)
Foto: Resultaat één jaar na volledige reconstructie (SIEA flap) van de rechter borst (onmiddellijke reconstructie na huidspa-rende borstamputatie)
Foto: Resultaat 6 maan- den na volledige recon- structie (DIEP flap) van de linker borst (onmiddel-lijke reconstructie na huidsparende borstam- putatie)
Foto: Resultaat één jaar na volledige reconstructie (DIEP flap) van de rechter borst (laattijdige recon- structie)
Foto: Resultaat zes maanden na volledige reconstructie (s-GAP flap) van de rechter borst (laattijdige reconstructie)
Ook Nederlandse ziekenhuizen bieden de mogelijkheid van reconstructie met eigen weefsel: